Sopraan: Waar, waar is de levende God? Laat mij leven!
Koor: Laat mij leven! Laat mij leven!
Bas: Na drie minuten is in de kamer alles dood…
Alt: Slaap, mijn vogeltje. Doe je oogjes toe, Aye lu, lu, lu…
Slaap lekker mijn kind, slaap en wees gezond, Aye lu, lu, lu…
Koor: Toch zal het licht van de goddeloze uitgaan
en zal niet de vlam schitteren van zijn vuur
Het zal verduisteren en de tent van Illius
en de lamp die boven hem is zal doven
Sopraan: Mij heeft hij bedreigd, en gebracht naar de duisternis
en niet naar de lucht
zozeer wendt hij naar mij en keert hij
zijn hand de hele dag
Koor: Vorsten verzamelden zich en beraadslaagden tegen mij:
En de onrechtvaardigden vervolgden mij.